In de 17e eeuw was Amsterdam het centrum van de wereld. Producten vanuit allerlei hoeken van de wereld vonden via Amsterdam hun weg naar Europa. Naast bijvoorbeeld specerijen gold dat ook voor koffie, thee en tabak. Deze koloniale producten werden zeer populair, aanvankelijk vooral bij de ‘rich and famous’. De adel en gegoede burgerij kocht voor het nuttigen van deze nieuwe producten de prachtigste serviezen, mooie tabaksdozen en zilveren thee-accessoires. Een mooi staaltje pronkzucht!
Er ontstond een heuse theecultuur, met fraaie theekoepeltjes in de tuin, waar dames de heerlijkste theeën serveerden. Koffie was meer een mannenproduct, dat genuttigd werd in speciale koffiehuizen.Het pijproken ontwikkelde zijn eigen tradities, waarbij het zo lang mogelijk brandend houden van de pijp voor de heer op stand een sport werd. Deze cultuur van het pijproken wordt nog steeds in stand gehouden. Het staat zelfs op de Nederlandse lijst Cultureel Immaterieel Erfgoed en de Nederlandse Federatie van Pijprokers maakt zich hard voor het behoud van deze traditie.
Museum Joure laat een fraaie selectie zien van objecten uit eigen (depot)collectie en bruiklenen, die de cultuur rond het nuttigen van de nieuwe producten toont. Daarnaast is er de andere kant van de koffie, thee en tabak: zodra dit luxeproduct meer aftrek vond, kwam bijvoorbeeld ook de belasting om de hoek kijken. De keerzijde van deze producten, de wijze waarop de producenten werden uitgeknepen en natuurlijk de gezondheidsrisico’s van tabaksgebruik, wordt in deze expositie aangestipt.
Kijk voor meer informatie op www.museumjoure.nl